Schade aan woningen Eastermar is gevolg van verzakking

De schade aan onderzochte woningen in de omgeving van het Friese Eastermar is niet veroorzaakt door gaswinning maar door zettingen, ofwel verzakkingen. Dit constateert de Commissie Mijnbouwschade na uitvoerig onderzoek.

De eigenaren van 11 woningen in het gebied hadden melding gedaan bij de Commissie Mijnbouwschade omdat zij vermoeden schade te hebben van mijnbouwactiviteiten. De panden liggen binnen het effectgebied van de gaswinning uit de kleine gasvelden Opeinde, Tietjerksteradeel, Harkema, Marum, Ureterp en Surhuisterveen.

Na uitvoerig onderzoek naar de bodem in het gebied constateert de commissie dat er weliswaar sprake is van vervorming van de diepe ondergrond door gaswinning, maar dat deze te gering is om schade te veroorzaken. Ook de opgetreden veranderingen van het oppervlaktewaterpeil als gevolg van gaswinning zijn op locatie te gering om schade te kunnen veroorzaken.

De Commissie Mijnbouwschade constateert dat de gemelde schade aan de onderzochte woningen met name is veroorzaakt door zetting - die ontstaat als grond onder invloed van belasting wordt samengedrukt - en door vervorming in de ondiepe ondergrond. Dit leidt tot vervormingen in het metselwerk.

De commissie baseert zich in haar onderzoek onder andere op metingen van het KNMI en satellietopnames die bodemdaling nauwkeurig kunnen waarnemen. Bij 6 van de 11 woningen heeft de commissie bovendien onderzoek laten uitvoeren door een extern onderzoeksbureau.

Over de Commissie Mijnbouwschade

De in 2020 opgerichte Commissie Mijnbouwschade is er voor particulieren en kleine bedrijven die vermoeden dat zij schade aan hun pand hebben als gevolg van mijnbouw. De commissie doet onafhankelijk onderzoek en beoordeelt de schade vanuit eigen deskundigheid. Mijnbouwbedrijven zijn verplicht om het advies op te volgen en de door de commissie vastgestelde schadevergoedingen te betalen.